Wim van der Beek beschrijft de grote linosnedes die volgden na een residentie in Huis als Museum

image.jpeg

De waarde en de essentie van het leven manifesteren zich vaker in confrontaties met uitersten dan in de ervaring van middelmaat en oppervlakkigheid. Toch leggen veel mensen een lange weg van ontkenning en verdringing af voordat ze tot dat verhelderende inzicht komen. Herman Schlooz is zich daar als geen ander van bewust. Pijnlijke gebeurtenissen, opgekropte woede en  frustraties kunnen schier eindeloos verdrongen worden, totdat ze plotseling met vulkanische onberekenbaarheid tot uitbarsting komen en uiteindelijk de opmaat vormen voor onontkoombare kunstuitingen die tot verwerking, verdieping en verzoening met het verleden leiden. Wat rest is de verwarrende vraag waarom dat therapeutische verwerkingsproces zo lang op zich liet wachten. Gelukkig is daar altijd weer de constatering dat geestverruimende ontdekkingen en helende effecten beter laat dan nooit kunnen komen. 

 

Het klinkt enigszins plat en wrang, maar achteraf gezien kwam de coronacrisis voor Herman Schlooz op een goed moment. In 2019 stuitte hij op autobiografisch materiaal waar hij iets mee wilde doen. Dat materiaal was er altijd al, maar hij had het kennelijk zo goed opgeborgen dat het een stoffig bestaan leidde in de periferie van zijn bewustzijn. De ontdekking en herwaardering van dat materiaal liep min of meer parallel aan de herontdekking van de linoleumsnede. Na een eerste aanzet in 2019 raakten in de jaren daarna zowel de fascinatie voor die grafische discipline als de behoefte om iets te doen met het autobiografische materiaal in een stroomversnelling.

 

Door de corona-lockdown en zijn pensionering werden alle vluchtwegen voor Herman Schlooz afgesneden. Er waren geen escapes of excuses meer. Eindelijk kón en móest hij zich met alle toewijding en energie die in hem zat overgeven aan een verwerkingsproces dat uiteindelijk tot een enerverend magnum opus leidde: een serie linoleumdrukken waarin hij afrekent met de demonen uit het verleden, met verdrongen vragen en weggedrukte herinneringen aan zijn kindertijd en jeugdjaren. Wat volgde was een grote schoonmaak, een soort reinigingsritueel, een zuivering van het geweten en ontlading van het brein. Na een eerste aanloop die een linoleumsnede van 200 bij 140 centimeter opleverde, raakte het scheppingsproces in een stroomversnelling die de coronaperiode vulde.

 

Het project ‘Link in de WAR’ omvat een cyclus van zes levensgrote linoleumsneden. De coherente serie  heeft epische proporties aangenomen, verbindt melancholie met nostalgie, bezit een helende werking, is openhartig, spaart niets en niemand (ook de kunstenaar zelf niet!) en schuwt de theatrale benadering niet. Op verzoek van Herman Schlooz reageerden enkele dichters, schrijvers, musici en theatermakers vanuit hun expertise en discipline op het project. Dat leverde een Gesamtkunstwerk op waarin het egodocument van Schlooz in een breder perspectief wordt geplaatst. De herijking en herwaardering van zijn persoonlijke geschiedenis krijgt daardoor tijdloze en universele waarde. Door oude feiten opnieuw tegen het licht te houden en te analyseren bewerkstelligt de kunstenaar een nieuwe balans tussen verleden en heden.

 

Zoals voor veel mensen gold, luidde de coronacrisis ook voor Herman Schlooz een periode van zelfreflectie in. De crisis veroorzaakte nieuwe vormen van sociale eenzaamheid. De gevolgen daarvan droegen indirect ook bij aan de toename van existentiële eenzaamheid, waarbij mensen vragen stellen over de zin van het leven. Opmerkelijk is dat kunstbeoefening voor velen als remedie fungeert tegen depressies die vaak met emotionele en sociale vereenzaming samenhangen. Een existentiële crisis sluimerde bij Herman Schlooz al langer. Door ingrijpende en ontroerende gebeurtenissen uit zijn jeugd opnieuw te interpreteren en waarderen, lukte het hem om de confrontatie met het verleden om te buigen tot een artistieke expeditie waarin alle essentiële en existentiële vragen voorbijkomen. Dat doet hij aan de hand van oude foto’s uit het familiealbum. Hij blies die foto’s op tot buitenproportionele formaten. 

 

De expeditie leverde narratieve kunst op, waarin een familiegeschiedenis exemplarisch is geworden voor het leven in het algemeen. Op metaforische wijze worden leven en dood, liefde en haat, religie en nihilistisch doemdenken, desoriëntatie en geestelijke terreur, idealisme en dogmatische principes aan de orde gesteld en in beeld gebracht. De verhalende cyclus met een filosofische inslag is heftig maar nooit ondraaglijk, ontluisterend maar nooit onvoorstelbaar, desoriënterend maar ook herkenbaar. Allerlei fricties en discrepanties die zich in een mensenleven voordoen, passeren de revue en worden zowel liefdevol en ontroerend als meedogenloos in beeld gebracht. Zo ontstaat het portret van een ogenschijnlijk gewone, streng-katholieke Limburgse familie die onderhuidse spanningen en problemen, afwijkend gedrag en onbedwingbare rebellie binnenskamers probeert te houden.

 

Het verhaal begint met het familieportret ‘Niemand had het recht om alleen gelukkig te zijn’, dat gebaseerd is op een foto waarin een heeroom die als missionaris in ontwikkelingslanden werkte, het epicentrum vormt. Hij is degene die vanuit zijn missiedrang de opvatting huldigde dat een mens onbaatzuchtig dient te zijn om als een goede dienaar van God te kunnen functioneren. Zijn opvatting stond haaks op die van zijn neefje (Herman Schlooz!) die juist vond dat iedereen het recht heeft om alleen gelukkig te zijn. Door het familieportret te herscheppen in een linoleumsnede, ervaarde de kunstenaar lijfelijk de therapeutische werking van het ‘wegsnijden’ van fricties uit het verleden. Zo kon hij afrekenen met pijnlijke ervaringen die veroorzaakt werden doordat hij gemangeld werd tussen dwangmatig opgelegde religieuze opvattingen en een afwijkende persoonlijke identiteit. In de periferie van het portret duiken naaimachines en olifanten op die refereren aan het leven van de heeroom. Uiteraard ontbreekt ook Maria niet.